zondag 22 mei 2011

Please Jack, do that again!

De eerste keer dat ik ‘Pirates of the Caribbean: The Curse of the Black Pearl’ zag was ik een naïef jongetje van 11 jaar. In zeven jaar is er veel veranderd. Ik ben volwassen, studeer en maak zelfs aanstalten het ouderlijk huis te verlaten. Als ik echter in de bioscoopzaal zit en Jack Sparrow verschijnt ter tonele is het alsof er niks is veranderd. Nog steeds weet Johnny Depp het personage met hilariteit, overtuiging en een mysterieuze diepgang neer te zetten. Dat is iets wat nooit zal veranderen.

Vanaf het eerste moment dat we Jack zien betrap ik mezelf op wensen dat hij eeuwig doorgaat. Gelukkig is hij niet het enige dat de film het kijken waard maakt, want dat zou toch wel kaal zijn. Blackbeard werd aangekondigd als meest angstaanjagende piraat ook. Helaas blijkt Davy Jones toch niet te overtreffen, maar Blackbeard heeft een mooie tweede plaats. Waarin hij concurrent Jones wel verslaat is harteloosheid. Ja, het is mogelijk, je kunt nog hartelozer zijn dan je eigen hart eruit snijden.
Penélope Cruz zet mijn favoriete nieuwe personage neer. Het lukt haar het gevoel te geven alsof ze altijd in de serie heeft thuisgehoord en dat is knap. Het is namelijk een hele uitdaging om het niveau van de voorgaande films hoog te houden. Cruz slaagt met vlag en wimpel. We weten ondertussen allemaal dat Jack nogal wat vrouwen heeft gehad, maar dat hij ook een ware liefde had is nieuw. Pas dat dan wel? Ja, dat past. Angelica is namelijk net zo verradelijk als Jack en is denk ik de enige persoon die Jack kan gebruiken zonder dat hij er een eigen agenda op nahoudt. De grap is dat Jack het haar zelf heeft geleerd. Now that’s what I call irony.

De grootste verrassing was echter Captain Barbossa. In de eerste film was hij badass, in de tweede film werd hij gemist en in de derde film liet hij zien dat samenwerking tussen hem en Jack hilarisch is. In de vierde film is hij terug als nooit te voren. In de voorgaande film was hij vooral een aangever van grappen die Jack er dan mooi in kon koppen. Dit keer was hij zelf de ster van zijn eigen show. En terecht. Geoffrey Rush laat zich van zijn oprecht komische kant zien en bewijst tegelijk dat hij de meest gevreesde piraat van de zeven zeeën kan zijn.

Helaas zaten er toch ook uitgemolken minpunten aan de film. De grootste ergernis werd opgewekt door de missionaris. Ik ben zijn naam alweer vergeten en heb eerlijk gezegd geen zin om het op te zoeken. Het liefst vergeet ik zijn hele personage. Een gelovig persoon op een piratenschip vind ik sowieso al minder, maar eentje die dan ook nog eens verliefd wordt op een zeemeermin mag dood van mij. De regisseur heeft dat zelf ook bedacht, maar bleef maar twijfelen of hij hem dood zou laten gaan of niet. Tot drie keer toe bevindt deze missionaris zich in een bijna dood ervaring en iedere keer weet hij zich toch terug te brengen naar het land des levenden om uiteindelijk naar de bodem van de oceaan te vertrekken met zijn geliefde zeemeermin. En dat hij daar maar lekker mag blijven.

Een ander groot nadeel was dat de makers blijkbaar het idee hadden om de actie van de voorgaande films te overtreffen. Maar hoe overtref je een gevecht op schepen in een draaikolk? Het antwoord wat op de set werd gevonden was blijkbaar meer zwaard geklengel en vuur. Zwaardgevechten kunnen natuurlijk niet ontbreken, maar ze moeten ook niet te lang duren. Na tien minuten is het gewoon niet meer interessant om naar twee zwaardzwaaiende figuren te kijken. In plaats daarvan hadden ze meer tijd kunnen besteden aan het bedenken voor een betere vervanging van Will Turner dan die missionaris.
Ik verdenk regisseur Rob Marshall ervan pyromaan te zijn. In deze film zat meer vuur dan in alle vorige films bij elkaar. Soms heel vet gedaan, soms overbodig en dan lijkt het net alsof ze denken dat deze film meer actie nodig heeft. In tegenstelling, een beetje minder actie en iets meer dialoog had de film alleen maar beter kunnen maken. Gooi er anders nog een one-liner van Barbossa tegenaan, want we hebben geleerd dat deze niet mis kunnen gaan.

Het is Rob Marshall in ieder geval wel gelukt om de piratefeel terug te brengen. Voor twee uur lang had ik geen idee hoe de film zou eindigen. Alle belangen waren tegenstrijdig en stiekem zat ik voor iedereen te hopen op een geslaagd einde. Dat gaat natuurlijk niet, maar de uiteindelijke oplossing is dan toch altijd weer passend en logisch. Je kunt veel over ‘On Stranger Tides’ zeggen, maar voorspelbaar is het niet.
Wat ook niet voorspelbaar was dat ik tijdens de aftiteling toch weer zat te hopen op een vijfde film.  Hoe weet ik niet, want op Jack en Angelica na heeft iedereen weer een afgerond verhaal en een Piratesfilm zonder Barbossa kunnen ze nu niet meer maken. En toch wil ik nog meer, terwijl ik de afgelopen twee jaar heb lopen roepen dat ze geen vierde film moeten maken, vind ik in de bioscoopzaal weer dat naïeve jongetje van 11 dat er tegen beter weten in het volste vertrouwen in heeft dat een vijfde film alleen maar nog beter kan zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten